vrijdag 30 december 2016

Vader Habt

In West-Brabant, waar ik vandaan kom, hadden ze - hoe het nu is weet ik niet - altijd nogal moeite met het uitspreken van de h. Het gevolg was dat die h ook wel eens werd gebruikt, waar die niet te pas kwam. Vandaar het volgende, nu wat oubollig klinkende versje:

’n Ondje in ’n okske
En ’n andje vol ooi 
Ap zee ’t ondje 
En h h h hop was ‘t ooi

Vader Abt kon zodoende ook wel eens ontaarden in Vader Habt. Op de door mij bezochte lagere school zorgde zo'n tobber met de h voor heel wat hilariteit in de klas.

Zijn er nog abten? Hier en daar, ja. Vooral in België. Sommige abdijen voorzien zich, sinds het verdwijnen van de landbouw, in hun onderhoud door de exploitatie van een eet- en drinkgelegenheid. Bij de Norbertijner abdij van Postel, vlak over de grens, ten zuiden van Eindhoven, is dat al meer dan een halve eeuw het geval. Daar werd in 1961 naast het poortgebouw een rustieke gasthof (overigens een restaurant zonder bedden) gevestigd en in pacht gegeven aan leken. Volgens de menukaart, ‘om aan de eeuwenoude traditie van het toerisme een vervolg te geven’. Het herbergen van reizigers/vreemdelingen is inderdaad in menige kloosterregel vervat, maar toerisme? Dat vindt zijn oorsprong ergens rond 1900. En wat Postel betreft zou dat nog wel 50 jaar op zich laten wachten.

Gaat Vader Abt wel eens in dat restaurant happen? Het is hem niet aan te raden, of misschien toch wel om de effectiviteit van de verbouwde kloosterregel te toetsen. Het restaurant, genaamd De Beiaard, zit zomer en winter op vrije dagen stampvol. Levensmaatje zegt wel eens dat je uit dit soort toeristendingen weg moet blijven. Zeker als er weinig concurrentie is onder de hohoreca, zoals in Postel. De echte Brusselaar blijft trouwens ook verre van de Beenhouwerstraat, waar de restaurantjes zich aaneenrijgen.

Wat is er dan mis met De Beiaard? Het eten is er ronduit slecht, althans wat wij voorgeschoteld kregen: een zogenaamd vispannetje met enkele stukjes ongaar zeebanket in een smakeloos soepje. Saus kon je het niet noemen.. Het werd na commentaar weer even in de magnetron gezet, waardoor van de toch al minimale gratiné niets meer overbleef. De haché van haas (wij noemen zoiets hazenpeper) hield ook niet over; aan het kruiden van de saus was niets gedaan. De puree bestond uit kleffe meelballen. Schade, inclusief 1 huiswijn en 1 bier, tegen de 50 euro.

Zoals altijd in dit soort gevallen, mag de serveerster de klachten opvangen; de kok en de uitbater blijven achter de schermen.
Ik vroeg aan de serveerster: 'Hier komen zeker veel Hollanders van boven de rivieren.'
'Klopt.'
'Dat dacht ik al, die slikken alles.'
'Nou....'

Vader Habt ga daar 'ns appen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten